Grete Rüssmann-Oppenheim

Grete Oppenheim is geboren op 25 mei 1922 in Niederaula, een dorp 70 km ten zuiden van Kassel. Ze groeit op in een gezin met drie kinderen. Grete heeft een oudere zus Ruth (1921) en een jongere broer Manfred (1926).
Grete vlucht als 17 jarige naar Nederland en meldt zich medio september 1939 bij het werkdorp. Ze gaat daar in de huishouding werken. In het werkdorp maakt Grete kennis met Hubert Wolfgang Rüssmann die daar een jaar eerder is gearriveerd. Na de ontruiming van het werkdorp op 20 maart 1941 vindt Hubert eerst woonruimte op de Leonardostraat en eind december op de Milletstraat. Grete woont aanvankelijk op de Van Eeghenstraat. Hubert werkt vanaf 19 oktober 1941 als één van de vijf medewerkers op de Expositur op de Jan van Eyckstraat 15 in Amsterdam en heeft op basis van deze functie een sperr. Expositur was het contact tussen de Joodse Raad en de Duitse autoriteiten.

Haar oudere zus Ruth (1921) wordt samen met haar ouders op 1 juni 1942 vanuit Kassel/Halle naar Sobibor gedeporteerd. Zij worden daar vermoord op 3 juni 1942. Haar broer Manfred Oppenheim (1926) overleeft de oorlog en vestigt zich in Israel.
Hubert en Grete trouwen op 10 juli 1942 en Grete trekt op 15 juli 1942 bij Hubert in op de Milletstraat. Op 29 mei 1943 komt Hubert te overlijden. Een kleine maand later wordt Grete gearresteerd en naar Westerbork overgebracht. In Westerbork vraagt ze of er bericht kan komen uit Amsterdam of ze op de Palestina lijst is geplaatst. Op 24 juni 1943 krijgt ze te horen dat ze niet op de Palestinalijst geplaatst kan worden. En ondanks de sperr die ze heeft gekregen op basis van de functie van haar man gaat ze op 6 juli op transport naar Sobibor waar ze direct na aankomst wordt vermoord.