Een plek om te wonen

Een zelfgebouwd thuis
De meeste bewoners zullen zich in het Werkdorp bekwamen in de landbouw maar in het begin is andere kennis en kunde nodig. Het is de bedoeling dat de 250 leerlingen daar onderwijs krijgen en ook kunnen wonen en recreëren. Daarvoor zijn 16 houten barakken nodig plus een stenen gebouw van formaat, het gemeenschapshuis. De eerste paal wordt in oktober 1934 geslagen door James Mc. Donald, hoge commissaris van het Comité van Duitse Vluchtelingen van de Volkerenbond.  

De inrichting van de woonbarakken is in het begin vrij primitief. Geen waterleiding, geen elektriciteit, een tobbe om in te wassen. Douchen mag eens per week in de school van Wieringerwaard, twee kilometer verderop.

Al snel na de opening wordt dit probleem via een leertraject (metselaar, timmerman, loodgieter, elektricien, metaalbewerker) opgelost. Niet alle gebouwen worden aangesloten op de waterleiding, alleen in het gemeenschapshuis, het Haukeshuis en een centrale badinrichting. Ook komt er een apart wc gebouw. Op het terrein is een sloot met brongas aanwezig, methaan, wat door de venige ondergrond spontaan naar de oppervlakte komt. Dit gas wordt via een installatie afgevangen en door een buizenstelsel naar de gebouwen geleid ten behoeve van de verwarming. 

Aan de overkant van de weg heeft de directie van de Wieringermeer een boerderij gebouwd. Als directiewoning en kantoor wordt een overbodig geworden houten huis van Rijkswaterstaat van Wieringen gehaald met de naam Haukeshuis.
Het bouwen zelf dient tevens als leerpraktijk in de vakken timmeren, metselen, elektrotechniek en metaal bewerken.
Aan het einde van het jaar 1936 is het Werkdorp gereed en vervallen de lessen metselen.

Aanmeldingen
De Stichting  Joodse Arbeid en het Comité voor Joodse Vluchtelingen werken samen bij het toelaten van de leerlingen. De Duitse Gertrude van Tijn, getrouwd met een Nederlander, is door het Comité in dienst genomen om te bepalen wie wel en wie niet in het Werkdorp welkom is. Zij gaat over elke administratieve mutatie.

De doelgroep zijn Duitse vluchtelingen in de leeftijd van 18 – 25 jaar. Het zijn over het algemeen Joden, die al generaties in Duitsland wonen van wie de burgerlijke staat door het nazi-regiem is gewijzigd in stateloos, De leerlingen zijn jonge mannen en vrouwen met een verschillende achtergrond.      
In de beginperiode neemt menig jongere met communistische sympathieën de wijk om aan arrestatie te ontkomen. Emigratie naar Palestina heeft geen voorkeur. Ze willen terug naar Duitsland zodra dit weer kan. Tussen hen en de andere bewoners botert het niet al te best.
De zionisten willen zich voorbereiden op hun toekomst in Palestina en anderen zijn puur ontsnapt aan het gevaar dat in Duitsland voor hen dreigt.  Allen zijn het jongeren die geen toekomst meer hebben in Duitsland. Ze zijn weggestuurd van de middelbare school of universiteit of hebben ouders die financieel aan de grond raken. Het leven in Duitsland wordt met de dag ondraaglijker, op straat is het niet meer veilig. 

Als Duitsland in maart 1938 Oostenrijk annexeert, arriveren jonge Oostenrijkse vluchtelingen in het Werkdorp. De stroom vluchtelingen neemt grote vormen aan na de Kristallnacht in november 1938. Onder hen zijn vele leerlingen van Duitse hachsjara-opleidingen die zich in het Werkdorp melden. De toestroom is zo groot dat uitbreiding tot 300 verblijfplaatsen nodig is. Een deel van hen is tijdens de Kristallnacht opgepakt en voor enkele maanden opgesloten in een concentratiekamp. Daar krijgen ze te verstaan dat vrijlating mogelijk is als zij binnen 24 uur Duitsland verlaten. Zij hebben hun jeugdige onschuld voor altijd verloren. 

Veel van deze jongeren zijn nog niet volwassen en komen via kindertransporten Nederland binnen. De regering doet nog eenmaal de reeds gesloten grenzen open om 2000 kinderen toe te laten. Voor hun ouders is geen plaats. De leeftijdsgrens voor een plek in het Werkdorp wordt verlaagd van 18 naar 14 jaar.

https://duitslandinstituut.nl/artikel/21134/het-onbekende-lot-van-gevluchte-joodse-kinderen

Lees verder:  

  1. Het begin
  2. Een plek om te wonen
  3. Dagelijks leven
  4. Werkend leren
  5. Het einde