Carmen Helga Elfriede Laupheimer-Harf

Carmen is geboren op 23 september 1923 in Gera. Gera is een stad 135 km noordelijk van Neurenberg. Het gezin verhuist in 1929 naar Wiesbaden-Biebrich.
Haar vader is daar tot 1935 directeur van een likeurfabriek. Vanaf 1936 is hij handelsvertegenwoordiger in dienst van enkele firma’s en verkoopt hij sieraden aan juweliers.    
Haar vader vlucht een paar dagen na de Kristallnacht naar Nederland op zoek naar een woning voor het gezin. Moeder Jeanne en Carmen verhuizen medio maart 1939 door het Nazi-regiem gedwongen naar de Friedrichstrasse waar zij bij de zuster van Jeanne kunnen onderhuren.   
Vader Louis verblijft aanvankelijk in Nijmegen en vindt na enkele omzwervingen een woning voor zijn gezin in Amsterdam. Zij gaan eind augustus 1939 met z’n drieën op de Plantage Badlaan wonen.
Carmen gaat aan de slag als verpleegster in een rusthuis Dillenberg. Daarna werkt zij in de huishouding in het Jeugdhuis van de Joodse Raad. Op basis van deze functie heeft zij een ‘sperr’. 

Zij trouwt op 16 september 1942 met Manfred Laupheimer. Hij heeft na de definitieve sluiting van het Werkdorp nog een periode in Aalsmeer gewerkt bij een boer en keert dan terug in Amsterdam. En woont bij Carmen en haar ouders op Plantage Badlaan vanaf oktober 1942.
Eind mei 1943 worden zij opgepakt en naar kamp Westerbork gedeporteerd. Ze gaan beide begin maart 1944 op transport naar Auschwitz en vier maanden later worden beiden vermoord. De vader gaat vanaf 20 september 1942 -hij is dan 58 jaar-  aan de slag als verpleger in rusthuis Dillenberg. Op basis van de functie heeft hij een ‘sperr’. Maar ook voor de ouders van Carmen is dit een tijdelijk uitstel. Zij gaan op 8 juni 1943 op transport naar Sobibor en worden direct na aankomst vermoord.