Kurt Acker

Kurt Acker is geboren op 18 januari 1921 in Essen. Hij gaat zich voor bereiden op een leven in Palestina in hachshara centrum Gut-Winkel in Spreenhagen. Het centrum biedt plek aan 40 leerlingen en in 1938 is Kurt daar werkzaam samen met 35 anderen, 28 jongens en 7 meisjes. In april 1939 vlucht hij naar Nederland. In het Werkdorp is hij werkzaam als landbouwer. Na de ontruiming van het Werkdorp woont hij in een huis met 11 andere werkdorpers op de Jekerstraat in Amsterdam. Op 14 mei 1941 vindt er een bomaanslag plaats op een villa aan de Bernard Zweerskade bewoond door Duitse officieren. Er vallen geen slachtoffers. Enkele weken later wordt de telefooncentrale van de ´Luftwaffe´ op Schiphol opgeblazen waarbij een lid van de ´Wehrmacht´ zwaar gewond raakt. Deze aanslagen worden door de Duitsers aan Joden toegeschreven. Bij elkaar opgeteld reden voor de Duitsers een 2^e razzia in Amsterdam te houden en ruim 300 jonge joodse mannen op te pakken. De groep wordt naar het ´Durchgangslager´ Schoorl overgebracht. Er zitten 61 werkdorpers bij en vier van hen voldoen niet aan één van de criteria leeftijd (18-35), gezondheid en het hebben vier joodse grootouders. Na twee weken gaat Kurt met 56 andere werkdorpers in een groep van 300 joden naar Mauthausen. Ze worden daar door dwangarbeid in steengroeves en/of medische experimenten de dood in gejaagd. Kurt wordt op 14 augustus 1941 vermoord. Als doodsoorzaak wordt opgegeven dat hij  “Bij poging tot zelfmoord dodelijk gewond is geraakt en is overleden.” Het lot van zijn ouders is niet bekend.