Kurt Winter

23 jaar

Kurt is geboren op 20 september 1919 in Keulen. Kurt meldt zich in het Werkdorp vlak voor de Kristallnacht in Duitsland. Hij gaat werken in de landbouw. Hij behoort tot de 60 blijvers in het werkdorp na de ontruiming op 20 maart 1941. Na de definitieve ontruiming van het Werkdorp op 1 augustus vindt hij werk als boerenknecht bij de familie van Splunter in de Westbeemster. Hij woont en werkt daar tot 9 april 1942 waarna hij gedwongen wordt te vertrekken. De Duitsers hebben afgekondigd dat Noord-Holland ‘Judenrein’ moet zijn. Hij komt via Deventer in mei 1942 in Almelo terecht.    

Op 10 september 1942 verzoekt de burgermeester van Almelo in het Algemene Politieblad, no. 36 bericht 1799 de opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Kurt Winter, landbouwer. Hij had zijn woon- en verblijfplaats verlaten zonder daartoe de vereiste vergunning te hebben. Op deze wijze werden joden aangeduid die waren ondergedoken. Kurt verlaat Almelo en vertrekt naar Amsterdam en gaat naar De Joodse Invalide en vindt daar onderdak. Tijdens een razzia in mei 1943 wordt hij opgepakt en naar kamp Vught gedeporteerd. Van daaruit wordt hij in juli 1943 naar Westerbork gedeporteerd en gaat direct daarna op transport naar Sobibor en wordt direct na aankomst op 9 juli 1943 vermoord.

Biografische gegevens

Familie

Zoon van

  • onbekend en
  • onbekend

 

Laatste adres

Keulen

Laatst bekende verblijfplaatsen in Nederland

  • 05-11-1938
    Werkdorp Wieringen, Nieuwesluizerweg 42, Slootdorp (Wieringen)
  • 21-07-1941
    West Beemster, Jisperweg 96
  • 09-04-1942
    Deventer, Papenstraat 45
  • 24-05-1942
    Almelo, Werfstraat 11
  • 02-09-1942
    Amsterdam, Nieuwe Keizersgracht 70/Weesperplein 1-3
  • 07-05-1943
    Op transport naar Vught
  • 02-07-1943
    Op transport naar Westerbork (Barak 57)
  • 06-07-1943
    Op transport naar Sobibor