Martin Hahn

Martin Hahn is geboren op 4 december 1919 in Hofheim. Een plaats niet al te ver van Frankfurt am Main. Het gezin Hahn verhuist begin jaren dertig naar Bamberg dat 60 km ten noorden van Neurenberg ligt. Heeft Bamberg in 1933 nog ruim 800 joodse inwoners in 1938 zijn dit er nog 400. Vrijwel alle joodse mannen uit Bamberg worden tijdens Kristalnacht op 9 november 1938 gearresteerd. Ongeveer de helft wordt de dagen erna vrijgelaten, de anderen worden naar kamp Dachau getransporteerd.
Nadat zijn ouders in een ‘Judenhaus’ moeten gaan wonen begin 1939 vlucht Martin Hahn op 11 februari 1939 naar Nederland. Hij woont na de ontruiming van het Werkdorp in hetzelfde huis als werkdorper Werner Silberberg, namelijk op de Raphaelstraat 31-I. Martin behoort tot de juni-groep, ofwel de werkdorpers die bij de 2e razzia in Amsterdam op 11 juni 1941 werden gearresteerd en via ‘Durchgangslager’ Schoorl naar Mauthausen werden gedeporteerd. Vanuit Mauthausen wordt hij doorgezonden naar Schloss Hartheim, waar hij op 12 september wordt vermoord. Schloss Hartheim staat bekend als opleidingscentrum voor de kampleiding van concentratiekampen en als proeftuin voor de experimenten bij het vermoorden van mensen.

Zijn ouders worden samen met de nog 100 overgebleven joden in Bamberg op 29 november 1941 vanuit Neurenberg op transport gezet naar het ghetto in Riga. Zijn moeder wordt vrijwel direct na aankomst vermoord, zijn vader bijna twee jaar later op 4 november 1943.