Willy Feblowitz-Hiegentlich

Willy is geboren op 14 oktober 1919 in Vlaardingen op de Pompenburgsingel als tweede kind van Hartog en Lea Hiegentlich. Willy heeft een oudere broer Alfred (1913). Hoewel het ouderlijk huis van Willy dicht bij het station ligt, wordt hun huis in de Harddraverstraat niet getroffen tijdens het bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940. Haar ouders en Alfred verhuizen naar de Bosschestraat 133 in Scheveningen. Zij worden daar op 21 november 1942 opgepakt en naar kamp Westerbork getransporteerd. De ouders gaan op 1 juni 1943 op transport naar Sobibor en worden direct na aankomst vermoord. Alfred gaat op 13 juli 1943 op transport en van hem komt nog een bericht op 8 november uit Sobibor. Hij wordt 30 november 1943 vermoord.  

Willy is in het najaar van 1940 al naar Amsterdam vertrokken en sluit zich een klein half jaar later aan bij de groep  bewoners in de kibboets in Beverwijk. Daar moet zij ruim een jaar later weg als de Duitsers de kuststrook in Noord-Holland ‘Judenfrei’ wil maken. En zij vertrekt naar de Kibboets in Laag Keppel waar haar aanstaande echtgenoot ook is aanbeland na vertrek uit het Werkdorp en via een kort verblijf in de Kibboets Franeker. Robert Feblowicz en Willy Hiegentlich trouwen er op 12 november 1942. Zij worden begin april 1943 met de andere pioniers in kibboets Laag Keppel opgepakt en naar kamp Vught gedeporteerd. Begin juli 1943 gaat de groep pioniers uit Laag Keppel op transport naar kamp Westerbork. Na een kleine twee maanden gaat Willy net als haar man op transport naar Auschwitz. Robert verricht eerst een aantal maanden dwangarbeid en wordt in maart 1944 vermoord.  Willy wordt  op 3 september 1943 vrijwel direct na aankomst vermoord.