Gideon Augapfel

Gideon is geboren op 4 maart 1921 in Wenen. Hij ontvlucht als 17 jarige Oostenrijk nadat het land is geannexeerd door Duitsland. Hij arriveert op 6 augustus 1938 in het Werkdorp.
Hij gaat er aan de slag als landbouwer. Na de ontruiming van het Werkdorp vindt hij onderdak bij het pleeggezin Fürth op de Watteaustraat in Amsterdam. Op 14 mei 1941 vindt er een bomaanslag plaats op een villa aan de Bernard Zweerskade bewoond door Duitse officieren. Er vallen geen slachtoffers. Enkele weken later wordt de telefooncentrale van de Luftwaffe op Schiphol opgeblazen waarbij een lid van de Wehrmacht zwaar gewond raakt. Deze aanslagen worden door de Duitsers aan Joden toegeschreven. Bij elkaar opgeteld reden voor de Duitsers een 2^e razzia in Amsterdam te houden en ruim 300 jonge joodse mannen op te pakken. Daar zitten 61 werkdorpers bij. De groep wordt naar het Durchgangslager Schoorl overgebracht. Hier vindt de selectie plaats op leeftijd (18-35), gezondheid en het hebben van vier joodse grootouders. Na twee weken gaat Gideon met 56 andere werkdorpers in een groep van 300 joden naar Mauthausen. Ze worden daar door dwangarbeid in steengroeves en/of medische experimenten de dood in gejaagd. Gideon wordt op 22 september 1941 vermoord.

Mogelijk is rabbijn Julius Augapfel zijn vader en is Rosa Zuckermann zijn moeder.
Julius Augapfel vlucht in november 1939 vanuit Duitsland naar Nederland. Hij komt in juli 1940 in het dan nog Vluchtelingenkamp Westerbork terecht waar hij ruim vier jaar als rabbijn les geeft aan zijn leerlingen. Hij gaat samen met zijn vrouw Rosa met het laatste transport naar Theresienstadt op 4 september 1944. Julius wordt op 29 september 1944 doorgestuurd naar Auschwitz en wordt daar op 1 oktober 1944 vermoord. Rosa Zuckermann overleeft en emigreert in 1949 naar de V.S. en overlijdt daar in 1967.