Peter Goldmann

Peter Goldmann is geboren op 27 januari 1923 in Beuthen in Polen. Deze plaats ligt 15 kilometer noordelijk van Katowice.
De scheiding van zijn ouders wordt voltrokken als Peter 9 jaar oud is. Peter blijft bij zijn moeder wonen. Zijn vader, die kleermaker is, vertrekt uit Polen en woont sinds februari 1935 in Amsterdam. De vader van Peter wordt 8 augustus 1942 gearresteerd en naar Westerbork overgebracht. Hij staat gepland voor het volgende transport naar Auschwitz. Lopende het onderzoek naar zijn joodse achtergrond mag hij blijven en wordt op 8 december 1942 vrijgelaten en keert terug naar Amsterdam. Hij gaat op 21 april 1943 vanuit de Schouwburg in Amsterdam wederom naar Westerbork en gaat 27 april 1943 op transport naar Theresienstadt. En op 29  september 1944 naar Auschwitz waar hij wordt vermoord.
Zijn moeder overleeft en emigreert naar de V.S.
Peter komt begin 1939 met een kindertransport naar Nederland. `Het Kindercomite` acht hem op 28 juli 1939 ongeschikt voor de Aliyah-opleiding en doet aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Vluchtelingenbureau het verzoek hem naar elders over te plaatsen. Het antwoord in de brief van 1 augustus 1939 is dat hij per 4 augustus 1939 overgeplaatst kan worden naar het vluchtelingenverblijf “Loyd hotel” in Amsterdam. In november 1939 wordt hij toegelaten tot het Werkdorp, het vertrek van 76 werkdorpers die met de Dora naar Palestina zijn gereisd heeft ruimte gemaakt voor vluchtelingen uit de kindertransporten.
Na de ontruiming van het Werkdorp op 20 maart 1941 gaat hij bij zijn vader wonen. Op 11 juni 1941 wordt hij bij de 2^e razzia in Amsterdam opgepakt en naar kamp Schoorl gestuurd. Hij behoorde tot de juni-groep, dat wil zeggen hij behoort tot de 57 werkdorpers die zijn geselecteerd op leeftijd,  gezondheid en het hebben van vier Joodse grootouders voor transport naar Mauthausen. Van de 300 joden die op 26 juni vertrokken waaronder de 57 werkdorpers zijn de meesten binnen 3 maanden vermoord. Peter Goldmann is op 23 oktober 1941 vermoord.